Aricle in the english language

DE GESCHIEDENIS ROND AGAVE ELLEMEETIANA JAC.,
EEN PLANT GENOEMD NAAR EEN NEDERLANDER.

Wim Alsemgeest

Het verzamelen van cactussen en vetplanten was vroeger, en dan denk ik aan de tijd dat deze planten voor het eerst werden ingevoerd uit verre, exotische landen, een hobby voor de elite. In de 17de en 18de eeuw dienden zij als exotische kostbaarheden in de tuinen van land- en kasteelheren. Vooral agaven spraken enorm tot de verbeelding.

Agave ellemeetiana
Verzameling Jos van Roosbroeck
Foto Stef van Dort

Dit kwam ook door de wetenschap, dat deze planten slechts éénmaal in hun leven bloeien en dan afsterven. De elite financierde voor een deel die verre reizen. De schepen van de VOC namen behalve kruiden ook planten uit deze verre oorden mee. Soms gingen er botanici mee met zulke reizen, de planten werden dan verzonden naar de botanische tuinen, waar zij gebruikt werden voor de medische wetenschap.
Later waren het de zogenoemde plantenjagers, die de planten verkochten aan handelaren of rechtstreeks aan de elite. In die tijd had men er maar liefst 500,­ of meer voor over om zo'n plant te bezitten! U zult begrijpen dat slechts een kleine, bevoorrechte bovenlaag van de bevolking zulke kostbaarheden kon kopen. Wat het nu vooral interessant maakt om planten te verzamelen zijn vaak de verhalen rond zo'n plant. Iedereen bezit wel enkele planten met een verhaal: van wie is hij afkomstig? Ooit meegenomen als stek of lang geleden uitgezaaid maakt een simpel plantje tot een plant die je nooit meer weg zult doen.
Interessant is om in de literatuur te duiken en op te zoeken waar het allemaal begonnen is. Een plant die nog stamt uit de tijd van oude schepen en lange reizen is Agave ellemeetiana. Jos van Roosbroeck uit België maakte mij opmerkzaam op het feit, dat deze plant de enige agave is, genoemd naar een Nederlander, en wel speciaal één uit Zeeland.

Ik kreeg van Jos een kopie mee uit het tijdschrif t "Wochenschrif t des Vereines zur Beforderung des Gartenbaues in den Konigl. Preussischen Staaten für Gärtnerei und Pflanzenkunde" van Prof. Dr. Karl Koch uit 1871 en de opdracht: zoek jij maar eens uit hoe dat nu zit!
In deze kopie lezen we dat de heer De Jonge van Ellemeet één van de grootste verzamelingen agaven bezat, met maar liefs 137 verschillende soorten, waarvan velen met meerdere exemplaren. Deze buitengewone verzameling betekende in die tijd heel wat, doch men dient zich te realiseren, dat vele plantennamen synoniemen waren of vormen en variëteiten van onder andere A. celsii, A. americana, A. salmiana, A. angustifolia en A. lophantha.
De heer De Jonge van Ellemeet heef t zelf in 1871 ook een agave beschreven, namelijk A. erubescens. Deze soortnaam bleek echter een synoniem te zijn van A .vivipara var. vivipara.
In het boek "Tuinen en landschappen van Zeeland", een uitgave van de Nederlandse Tuinen Stichting, kwam ik de naam Ellemeet tegen; deze heer was eigenaar van het landgoed  "Overduin", een foto van het grote huis is in het boek te zien. Het huis staat er overigens nog steeds.
Op Schouwen-Duiveland, vlak bij Renesse, bevindt zich trouwens ook nog een dorpje met de naam Ellemeet.
Met één van de bekendste mannen in onze Succulentawereld, Bertus Spee uit Zeeland, heb ik contact opgenomen met de vraag of hij wat meer wist over Agave ellemeetiana. Nu blijkt hij samen met Tonnie de Rijke al een uitgebreide studie te hebben gemaakt van deze soort, die is gepubliceerd in het kringblad "Zeeculenta" van oktober 1996. Zo zie je maar dat ook in kringbladen vaak zeer interessante artikelen zijn verschenen.

 
 
De titelpagina van de catalogus van de verzameling van
M. de Jonge van Ellemeet


Veel gegevens zijn gehaald uit het documentatiecentrum van de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg. Van Tonnie heb ik een kopie van de verkoopcatalogus gekregen, deze is in de Franse taal gedrukt, maar Jos van Roosbroeck was bereid deze te vertalen. Samen met Jos heb ik vervolgens kans gezien alle namen bij genummerde planten op te sporen. De heer De Jonge van Ellemeet had namelijk zijn verzameling planten genummerd, maar ook nog eens alle planten genummerd volgens Jacobischen Nachträge. Dit laatste geschrif t hebben wij nog niet kunnen achterhalen.
Door echter de verkoopcatalogus plus het Wochenschrif t van Prof. Koch van september 1871 naast elkaar te leggen, hebben we kans gezien de gehele verzameling met nummers, namen en de "observaties" van toen bijeen te voegen. Alles op een rij zettend komen we tot het volgende verhaal.:
Agave ellemeetiana is in 1865 beschreven door G.A. von Jacobi in de Hamburger Blumen- und Gartenzeitung. Jacobi was woonachtig in Berlijn.
Georg Albano von Jacobi (1805-1874) was een amateurbotanicus, die zich uitsluitend met de studie van agave bezig hield en de soort in Europa heef t ingevoerd, waardoor er behalve bij De Jonge van Ellemeet, ook planten terecht zijn gekomen in de beroemde tuin van La Mortola in Italië en in Kew Gardens bij Londen. De planten van La Mortola zijn inmiddels verdwenen.
In de zomer van 1990 heef t Bernd Ullrich een plant in bloei ontdekt in de tuin van de Heer Elio Mengarelli in Laigueglia aan de Italiaanse Rivièra. Deze heer was daar tevens de uitbater van Hotel Paradiso. De heer Ullrich ontving in 1991 zaden van deze plant en stuurde ze vervolgens door naar Jos van Roosbroeck in België.
De zaden waren goed kiemkrachtig en meer dan vijftig zaailingen zagen het levenslicht. Een deel van de zaailingen verhuisde in 1992 naar Bernd Ullrich in Pforzheim, Duitsland. Van daaruit werden ze voornamelijk verspreid in Duitsland en Zuid-Frankrijk. Het overschot werd verkocht en die planten zijn in België en Nederland terecht gekomen.
De kans is groot, dat in Italië geen zaden van A. ellemeetiana meer gekiemd zijn, gezien het plotselinge overlijden van de heer Mengarelli in oktober 1991. In het overlijdensbericht lezen we, dat zijn zoon Alberto de verzameling verder zal onderhouden. Hoe het nu is gesteld met de familie, de verzameling en het hotel weten we niet.
Behalve de planten die zijn verspreid via Bernd Ullrich, zijn er ook enkele planten van A. ellemeetiana te vinden in de botanische tuinen van Kew. Dit jaar kregen we bericht dat A. ellemeetiana in mei 2002 gebloeid heeft in de botanische tuin van Berlijn-Dahlem!

Agave ellemeetiana in de botanische tuin Berlin Dahlem
Foto's Irvana Richter



We zijn achter dat bericht aangegaan en vernamen dat mevrouw Irvana Richter dia's van deze bloeiende A. ellemeetiana heeft gemaakt, die we hierbij afdrukken. Daar de dia's, die Bernd Ullrich heeft gemaakt, zoek zijn geraakt, zijn dit, zover wij weten, nu de eerste kleurendia's gemaakt van een bloeiende A. ellemeetiana! Jacobi, die zo vriendelijk was deze plant te vernoemen naar van Ellemeet, was een goede vriend van hem en zij wisselden, net zoals wij dat nu nog steeds doen, planten met elkaar uit.
De volledige naam van Ellemeet is Jonkheer Willem Cornelis Mary de Jonge van Ellemeet, burgemeester van Oostkapelle. Hij leefde van mei 1811 tot juli 1888. De Jonge van Ellemeet is een oud Zeeuws geslacht, dat door huwelijk en vererving is ontstaan.
A. ellemeetiana is vrij makkelijk te herkennen aan de opvallend brede, groene sterk lancetvormige bladeren zonder zijstekels en een zachte eindpunt. De bladeren zijn vrij dik en voelen vrij stevig en glad aan. We kunnen deze plant dan ook toevoegen aan het lijstje planten, die "niet gevaarlijk voor kinderen" zijn (Alsemgeest, 2002).
Ik heb slechts één plant in de verzameling, waarvan de cultuur tot nu toe zonder grote problemen is verlopen. Ik houd de plant `s winters in de koude kas net vorstvrij. In de zomer verhuist de plant naar het terras op een schaduwrijke plaats. Gezien de donkergroene kleur ga ik er van uit dat de plant graag wat meer schaduw en vocht heef t. Ik heb de plant vrij jong in een 10 cm potje gekregen. Na het overpotten is de plant 2 jaar lang totaal niet gegroeid. Hij heeft dus kennelijk even bij mij moeten wennen. De plant bleef er echter gezond uitzien, geduld werd beloond en de plant is inmiddels verhuisd naar een 25 cm pot en groeit nu goed.

A. ellemeetiana zal ongetwijfeld verwant zijn met de veel bekendere A. attenuata, ook een soort zonder die gemene eind- en zijstekels. Door Gentry (1982) is A. ellemeetiana echter ondergebracht bij de groep Choritepalae samen met A. bracteosa en A. guiengola.
Dit wordt door Bernd Ullrich niet erkend; hij ziet dit als een kunstmatige groep. A. attenuata, die wij dus verwant beschouwen met A. ellemeetiana, vinden we in het boek van Gentry bij de groep Amolae, samen met A. bakeri, A. chrysoglossa, A. nizandensis, A. ocahui, A. ocahui var. longifolia, A. pedunculifera, A. vilmoriniana en A. yuccaefolia. Deze groep is door Ullrich gewijzigd.
Zij heet nu de Attenuatae. Uit deze groep heef t Ullrich A. nizandensis gehaald en daar een aparte groep voor opgericht, de Nizandensae, met maar één soort: A. nizandensis.
Ook A. yuccaefolia is er uit gehaald en ook voor die soort is een aparte groep opgericht, de Yuccaefoliae, met ook slechts één soort: A. spicata, waarmee A. yuccaefolia vervalt.
Tot slot is uit deze groep verdwenen A. pedunculifera. De naam dentata is daar voor in de plaats gekomen als subspecies van A. attenuata. Zij heet dus nu A. attenuata ssp. dentata.
In de "Vorschlag Agavensystematik für das IOS-Lexicon" (1991), plaatst Bernd Ullrich A. ellemeetiana in de groep Attenuatae (= Amolae ). Bernd Ullrich schrijf t in zijn aantekeningen dat A. ellemeetiana meer dan waarschijnlijk een "Gartenkloon" (tuinkloon) is van de bredere vorm van A. pedunculifera.
In het "Sukkulenten-Lexikon" van Urs Eggli (2001) wordt deze stelling onderschreven. A. pedunculifera zit wel bij de groep Amolae, waar dus ook A. attenuata in zit, wat onze mening voor wat betref t de verwantschap met de zeer bekende A. attenuata onderschrijft.
Naast het verschil in blad is er ook een behoorlijk verschil in bloeiwijze. Bij A. attenuata buigt de bloeistengel helemaal krom tot hij soms zelfs weer de grond raakt, terwijl deze bij A. ellemeetiana rechtop blijf t staan. Nog een opmerkelijk verschil is dat A. attenuata een van de weinige agaven is die een stam vormt. In het C.& S.J.(U.S.), nr. 4 (2002) lezen we dat A. ellemeetiana opnieuw gevonden is in Oaxaca (Garcia-Mendoza, 2002). Een beschrijving zou nog volgen. Misschien dat dit bericht weer een heel andere kijk op A. ellemeetiana geeft.
We kunnen ons troosten met de gedachte dat de verwantschap van soorten altijd een bron van vele discussies zal blijven.

Bij het Zeeuws Documentatiecentrum in de Bibliotheek van Middelburg is een catalogus van de collectie van Ellemeet aanwezig, waarop vermeld staat dat de planten bij opbod verkocht zullen worden op "Overduin" op 22 september 1873 door Notaris Woutersen uit Middelburg, maar in het archief van genoemde notaris is daarover niets te vinden. Dankzij Tonnie de Rijke heb ik inmiddels een kopie van deze catalogus verkregen. Behalve agaven bevat de lijst ook furcraea's (toentertijd gespeld als fourcroya's) en beschorneria's; in totaal bevat deze catalogus 323 planten.
Ik heb geprobeerd ook een foto te bemachtigen van de heer de Jonge van Ellemeet, maar dat is helaas niet gelukt. Waarschijnlijk leefde deze net voordat het fotografietijdperk in opkomst was. Opnieuw dank zij Tonnie de Rijke is het wel gelukt om een zwart-wit foto te verkrijgen van de gemeenteraad van Oostkapelle uit die tijd, waarop zijn zoon staat, die burgemeester en secretaris was van 1882 tot 1896. Deze foto drukken we toch bij dit verhaal af, omdat deze zo treffend de sfeer uit die tijd weergeeft.

De gemeenteraad van Oostkapelle tijdens de zittingsperiode 1891/95. Van links naar rechts: Willem Sanderse, Pieter Brouwer, wethouder Pieter Maljaars, Krijn Melis, jonkheer M.W. de Jonge van Ellemeet (burgemeester en secretaris van 1882 tot 1896), wethouder Alfred Lantsheer, Stoffel Louwerse en Arend de Kam. Burgemeester De Jonge van Ellemeet werd per 14 oktober 1896 opgevolgd door jonkheer W.Z. van Teijlingen


Volgens F. Nagtglas, die in 1889 een levensbericht over de Jonge van Ellemeet heef t geschreven, is de verzameling in 1875 aan Diergaarde Blijdorp geschonken, maar bij de directie van Blijdorp is hierover niets bekend.
Naarstig verder speuren naar gegevens en agave-websites afstruinend, kwam ik er via de schitterende website van Maarten van Thiel achter dat Theo van `t Walderveen een boekje kende met een foto van A. ellemeetiana. Bij nader onderzoek bleek dit om het alom bekende boekje "Vetplanten" van J.M. van den Houten uit 1927 te gaan!
We vinden in het boekje een fraaie afdruk van A. ellemeetiana in bloei in de kas van Diergaarde Blijdorp te Rotterdam! Duidelijk is te zien dat de bloeistengel veel weg heeft van die van A. attenuata, echter bij A. ellemeetiana buigt deze niet krom. Opvallend is ook dat de bladeren veel smaller zijn, wat ons weer aan het twijfelen brengt of dit wel de echte A. ellemeetiana is.

 
Agave chiapensis in een Indische houten ton met ijzeren handvatten  
 
 
Tekening uit F.G. Baker: Monografie delle Agave, edited by V. Rasoli, Firenze, Italia 1879

 

 

 

 

 

 

 

 

Men moet hierbij echter wel bedenken dat bij agaven, als ze in bloei komen, het blad altijd verandert. Leuk is ook dat in het boekje nog 10 foto's zijn afgedrukt van verschillende agaven. Enkele staan in die fraaie Indische houten tonnen met ijzeren handvaten, waarover men kan lezen in de verkooplijst van de heer de Jonge van Ellemeet.
Zo zie je maar dat van zo'n boekje, dat veelvuldig door mijn handen is gegaan, een deel van de inhoud mij volledig is ontgaan. Maar dat anderen mij daar op wijzen is tevens het bewijs van de voordelen van het verenigingsverband, waardoor je met elkaar meer te weten komt!
Toen ik bezig was dit artikel verzendklaar te maken voor onze redactie kwam Albert Hofman met de mededeling, dat hij onlangs in het bezit was gekomen van een boekje uit 1879 met een oude tekening van A. ellemeetiana. Hij stuurde mij een scan en toen deze op mijn computer te voorschijn kwam sprong ik echt een gat in de lucht! Bij onderzoek naar lang geleden beschreven planten is het altijd de vraag, of we wel met de echte toen beschreven soort te doen hebben. Vele beschrijvingen zijn gedaan zonder afbeeldingen. Deze tekening maakte iedere discussie in één klap overbodig!
Trelease (1920) doet de suggestie, dat de plant mogelijk afkomstig is uit de omgeving van Jalapa, Veracruz, Mexico. Berger (1915) publiceert een foto van deze soort, die genomen is in de beroemde tuinen van La Mortola, Italië. Op deze foto is de bloeistengel ook goed te zien. We twijfelen echter of dit inderdaad een A. ellemeetiana is, ook hier door het veel smallere blad, maar vooral ook door de vele uitlopers, iets wat A. ellemeetiana niet doet.
Een zeer goede foto van A. ellemeetiana is te zien in het boek van Gentry (1982), op pagina 96. Het is een betrekkelijk jonge plant, gefotografeerd in Kew Gardens, Engeland. Dezelfde planten zijn ook gefotografeerd door J.A. Janse ( zie Succulenta 1977, pagina 70). Ook hebben wij een kopie van een met de hand ingekleurde afdruk kunnen bemachtigen uit Curtis Botanical Magazine uit 1888. Deze print heb ik op uiterst moderne wijze verkregen van Roy Mottram op een CD-Rom en die drukken wij hierbij ook af.

Agave ellemeetiana
Agave ellemeetiana uit : Curtis Botanical Magazine uit 1888. Met dank aan Roy Mottram


We zijn eigenlijk alleen nog op zoek naar een in de natuur bloeiend exemplaar! In de Botanische tuin van de Vrije Universiteit van Amsterdam aan de Boechorststraat, met zo ver wij weten de grootste collectie agaven in Nederland, heb ik ook een agave met de naam ellemeetiana gevvonden.
Ik zag echter meteen dat dit geen A. ellemeetiana kon zijn, het blad was daar veel te smal voor. Ik ging er eerst van uit dat het een A. vilmoriniana was, waar het steeketiket van A. ellemeetiana bij terecht gekomen was.
A. vilmoriniana is ongetwijfeld ook verwant met A. ellemeetiana, dit vanwege het feit dat het blad van deze soort ook geen scherpe eindpunt en zijstekels heeft. In de verzameling van de V.U. staan vrij veel planten van A. vilmoriniana. Dit komt omdat nog niet zo lang geleden de plant daar gebloeid heef t en veel zaden en bulbillen heef t geproduceerd (bulbillen zijn jonge plantjes die in de bloeistengel ontspruiten).
In de publieksverkoop zijn hierdoor veel jonge planten terecht gekomen. Bij nadere bestudering bleek de plant echter toch zeer fijne zijtandjes te bezitten, dat heef t A. vilmoriniana niet. Deze naam viel dus af.

Agave polycantha var. xalapensis  

Agave polyacantha var.
xalapensis
Bot.Tuin.V.U.Amterdam

 

Na verder speurwerk en met fotowerk op pad gaande en links en rechts informatie inwinnend kwam ik er achter dat het A. polyacantha var. xalapensis moet zijn, althans volgens Gentry.
Inmiddels is door Eggli (2001) in zijn Sukkulentenlexikon deze plant weer ondergebracht bij A. obscura. Ik zal een foto plaatsen van deze plant, dus die met het verkeerde etiket met A. ellemeetiana.
Ook heb ik een agave gefotografeerd in Amsterdam met op het etiket de naam A. maximowicziana. Ik heb deze plant eruit gepikt, omdat deze ook wat op A. vilmoriniana lijkt. Het grootste verschil bij deze plant is opnieuw die fijne stekeltjes op de zijkant van de bladeren.
Na verder speuren in de literatuur kwamen we er achter dat A. maximowicziana een inmiddels oude vervallen naam is en niet door Gentry wordt genoemd, maar in het boek van Berger is te vinden als synoniem met A. polyacantha ssp. polyacantha.
A. maximowicziana is in 1890 beschreven naar een plant uit de Botanische tuin van St. Petersburg. Volgens de Agave polyacantha var. xalapensis auteur zou hij verwant zijn met A. densiflora. A. densiflora is door Gentry weer ondergebracht bij A. polyacantha, dus het kringetje is rond, zou je denken.

 
Agave maximowicziana
 

Agave maximowicziana

Bot.tuin V.U.Amsterdam

In het vrij recente boek van Eggli is A. densiflora echter weer ondergebracht bij A. mitis var. mitis en A. polyacantha bij A. evadens. A. evadens is echter in het boek van Gentry niet te vinden. In het boek van Eggli lezen we bij A. evadens dat "Falls der Name A. polyantha wirklich artgleich is, hatte er priorität! "
In dit verhaal hebben we het echter niet over A. polyantha maar over A. polyacantha, kortom we zijn hier nog niet mee klaar en hopen later eens met een kompleet verhaal over deze Agave-groep terug te komen.
A. maximowicziana staat dus nog met zijn oude etiket in de verzameling van de V.U., waar op zich niets fout mee is. Beter een oude vervallen naam dan een verkeerde naam!
Door Eggli (2001) wordt A. maximowicziana als een onduidelijke naam gezien. Misschien is dit verhaal voor deze naam een duwtje in de goede richting. Opmerkelijk is ook dat op het etiket staat dat de plant afkomstig is van Blijdorp. Zou dit nog een origineel exemplaar zijn uit de verzameling van De Jonge van Ellemeet? Hieronder volgt dan de catalogus. De speurneuzen onder ons kunnen hier veel gegevens uit halen. Vooralsnog ga ik er van uit dat de verzameling van De Jonge van Ellemeet of geheel niet verkocht is of slechts een deel. Dit is gebaseerd op het feit dat bij de notaris niet bekend is hoeveel de verkoop heef t opgebracht.
Later heef t zijn zoon waarschijnlijk een groot deel van de verzameling geschonken aan Diergaarde Blijdorp te Rotterdam.

Catalogus.
Van de vrij volledige verzameling van gekende soorten Agaves, Fourcroya's en Beschorneria's en enkele andere planten toebehorende aan: M. de Jonge van Ellemeet Die bij opbod verkocht zal worden aan liefhebbers en tuiniers voorzien van deze catalogus in zijn kasteel van Overduin in Oostkapelle in de buurt van Middelburg provincie Zeeland in tegenwoordigheid van M. de Notaris L.L. Woutersen verblijvend te Middelburg. Maandag 22 september 1873 te 9.00 uur.
Bericht.
Velen van mijn vrienden en vooral de agavenliefhebbers zullen zich verwonderen dat ik het besluit heb kunnen nemen te scheiden van een verzameling, die gedurende zovele jaren mijn genoegens heef t gegeven en die al mijn vrije tijd heef t bekoord. Maar ik vraag U, is het niet verkieslijk deze planten in goede staat te zien overgaan in andere handen dan deze te zien wegkwijnen en sterven bij gebrek aan zorgen. Ik ben inmiddels een zestiger en dank de hulp van werklieden, die sedert dertig jaar mij hebben bijgestaan in mijn teelten.
Wij kunnen niet meer voldoen met de planten, waarvan meerdere buitengewone afmetingen hebben, binnen te brengen tegen de winter en buiten te zetten in de lente. Er rest mij te getuigen van mijn levendige erkenning aan allen die gedurende vele jaren hebben geholpen mijn inspanningen om te bewijzen dat in de provincie Zeeland op 5 minuten van de Noordzee er aan de voet van de duinen men er kan in lukken planten van tropische herkomst te laten groeien en bloeien.
Verkoopvoorwaarden
Niemand zal worden toegelaten tot de verkoop, tenzij voorzien van deze catalogus. De verkoop zal contant zijn, de kopers zullen 10 % meer betalen aan veilingkosten.
Men zal ontvangen Ponden sterling voor 12 Hollandse Guldens. Franken voor 47,5 cent, shillings voor 60 cent , daalders voor 180 cent. De laatste opbieder zal beschouwd worden als diegene die de goederen bij een veiling krijgt toegewezen. In geval van geschil, zal de partij onmiddellijk terug verkocht worden en indien de moeilijkheid zich herhaalt, zal het lot beslissen.
Geen enkele klacht zal aanvaard worden na de veiling van de loten. De planten zijn zo goed mogelijk verzorgd, eenmaal gekocht zijn alle risico's en verliezen ten laste van de koper.
Alle planten moeten ingepakt en verzonden worden door de koper binnen een termijn van twee weken na de verkoop. De verkoop gebeurt bij opbod in Franken door een deurwaarder. De eigenaar behoudt het recht om loten samen te stellen en exemplaren te koppelen naar zijn zin. Hij is niet gehouden de nummering van de Catalogus te volgen.
Alle planten op weinige uitzonderingen na, zijn sedert drie jaar in Indische houten tonnen gezet voorzien van koepels en handvaten van goed ijzer. Ze zijn geschilderd met olieverf zonder kleur. De ontwatering van de planten is goed verzorgd. Voor verdere informatie kan men een catalogus bekomen, men kan zich wenden tot de eigenaar of wel de Notaris L.L. Woutersen, Vlasmarkt te Middelburg.
De bezichtiging van de planten kan men elke dag doen op elk uur vanaf vandaag, mits men zich aankondigt in kasteel "Overduin", of wel bij de hoofdtuinman.
Ik heb bij de ordening van mijn Agaven het systeem van M. de luitenant Generaal G.M. Jacobi gevolgd.
De titel van het geschrif t van zijne excellentie is `Nachtrag zu den verzuch einer systematischen Ordnung der Agaven' Breslau. Druck von Grass, Barth et Comp.(W.Friedrich)
Het bevindt zich gedeeltelijk in "Le Hamburger Gartenzeitung" van M. Otto Ann 1864-1867, gedeeltelijk in de uitgave kort geleden afzonderlijk gedaan. Zie nog Prof. Karl Koch's Wochenschrif t 1864, bladzijde 161 in het jaar 1871. Bladzijde 289; La Belgique horticole, maart, april, mei en juni 1871 bladzijde 115 volgens Prof. E. Morren.
Observaties bij de verkoopcatalogus:
1. filifera Sa1m. Tussen de filifera's zijn de verschillende variëteiten niet aangeduid. Een welgekende plantenkweker heef t mij 2 exemplaren bezorgd
2. filamentosa Salm, die hij had aangeboden in zijn catalogus als gepanacheerd. Het waren gewoon de afdrukken van jonge bladeren. Echt charlatanisme wat tuinbouw betref t. Ik geloof een dienst te bewijzen aan deze ridderlijke verkoper door zijn naam maar voor mij zelf te bewaren.
3. schidigera Lem. Ik zou er niet voor durven instaan dat mijn A. schidigera Lem. echt zijn. Het schoonste gekende exemplaar bevindt zich in de rijke verzameling van M. de Baron de Kerckhove d'Ousselghem te Gent. De krullen die karakteristiek zijn voor deze soort zijn minder kenmerkend bij mijn exemplaren. Niettemin verschillen ze van A. filamentosa s. fiffera major.?????
4. verschaffeltii M.J.Verschaf felt in Gent heef t zijn naam gegeven aan deze variëteit , die ik beschouw als A. lophantha
5. lophantha Schiede. Een echt exemplaar dat Besserer mij verkocht heef t in 1868 bij zijn terugkeer in Europa.
6. assortiment ; Zaairesultaat van Lophanta en van Xylacantha bij M. van K. van Ousselghem en te koop gesteld door M.J.V.
7. univitta Haw. Karatto Mill. Ik druk niet op de variëteiten die de Belgische Tuinbouw meent waar te nemen bij de exemplaren 1 t/m 5.
8. splendens Jacob. Opmerkelijke soort door de af wezigheid van stekels bij jonge bladeren. Ik heb deze variëteit in 1876 van M Cels te Parijs verkregen.
9. univittata in Wochenschrif t in de catalogus onder nr.9 vinden we de naam heteracantha. Variëteit door M.J. Verschaf felt in de handel gebracht onder deze naam. Lijkt op heteracantha indien het geen jonge A. splendens Jacob is. Zie verder nr. 81.
10. ghiesbrechtii Lem & Ottonis Hort Te koop gesteld onder deze naam door M.J.V. Volgens mij is dit een variëteit van A. heteracantha
11. horrida Lem Met donkergroene bladeren; lijkt op A. lophantha met grote afmetingen. 12. grandidentata Hort Belg. Met meer blauwachtige bladeren en de stekels zoals van A. xylae.
13. xylacantha Salm Introductie van M.besserer in 1868.
14. Kochii Jac. Fruher amurensis Benaming van M.J.V. te Gent
15. kerckhovei Lem Zeer schoon exemplaar van een bewonderenswaardige soort.
16. Ik zie geen verschil.
17. applanata Lem Evenmin aan dit exemplaar van M.Cels
18. ??????? Prachtige soort, onbekend bij M. de Generaal von Jacobi, die haar heef t beschreven en benoemd in Overduin. Zij komt uit de verzameling van Muilman te Baarn in 1870. De beschrijving bevind zich in de "Zweiter Nachtrag" von G.A. von Jacobi blz.63.
19. ?????? Afkomstig van de verzameling van M.Demoulin a Mons (Bergen)
20. mitraeformis Hort Exemplaar met een statig uiterlijk.
21. atrovirens Zeldzaam en zelfs uniek exemplaar van A.atrovirens. Gepanacheerd met zeer brede gele randen. De af wezigheid van stekels aan het uiteinde van de bladeren wijst de soort aan. Ik heb de soort 2 vuisten groot voor 150 Frank gekocht.= salmiana varigata
22. ???????? Dit exemplaar is de echte A. mill Haw. Die meerdere tuinbouwers verwarren met soorten met gepanacheerde bladeren.
23. ?????? Exemplaar met versierkunst en buitengewone schoonheid. De in verschillende richtingen gebogen bladeren vlechten ineen en zijn van een zeldzame sierlijkheid.
24. ????? van de verzameling van M.Bonnet te Lyon.
25. schlechtendalii Jac? Ik heb de zelfde soort gevonden samen met M. van Jacobi in Versailles in het restaurant Barbotte in het paviljoen van Henry de 4e in St.Germain en Laye nabij Parijs.(je kunt daar nog steeds goed eten) Men vindt de beschrijving in de Nachtrage Blz.
26. De afmetingen zijn reusachtig groot in St Germain. (helaas niet meer aanwezig)
26. atrovirens Karw Men beweert dat dit Exemplaar heef t deel gemaakt van de rijke verzameling van M van der Vinne te Brussel, verkocht bij opbod voor enkele jaren. Het is zeker dat het een plant met grote afmetingen is, waarvan de dracht gelijkt op A. ferox Koch.
27. lehmannii Hort Zeer zeldzame soort, ontdekt in de rijke verzameling van M. Maigret in Mons (Bergen) waarvan ik geen gelijkwaardig exemplaar gevonden heb, noch in Frankrijk, noch in Engeland. Zij vereist veel zorg in de winter, want de bladeren gevuld met sap, waarvan de inboorlingen de likeur Mescal destilleren. zijn vlug aan het rotten.
28. coarctata 4 exemplaren van deze mooie soort met loodkleurige bladeren en gedraaide stekels in de beste conditie.
29. jacobiana? Al deze exemplaren verschillen, hetgeen niemand die de uitgebreide verzameling van varieteiten van A. verschaffeltii van M. de Kerchove te Ousselghem kent.
30. salmiana Otto Dit exemplaar heef t 2 jaar geleden gebloeid te Overduin . Vandaag is de kruin bedekt met bulbillen.
31. ?????? Onbekende plant met een zeer mooie dracht uit de verzameling Muihnan vanwaar zij haar naam heef t meegekregen. Zij moet haar plaats vinden tussen A. Americana en A. salmiana
32. tehuacanensis De gelijkwaardige van deze soort heef t gebloeid in 1872 te Overduin. De bloeistengel langer dan 5 meter is nog te zien in mijn kamer.
33. ????? Deze groep agaven met bladeren met grote kleuraf wijkingen lijken veel op elkaar maar hebben verschillende benamingen.
34. ?????? Ik heb dit exemplaar uit Leipzig ontvangen als A. karwinskii Zucc. Waarmee het niet de minste gelijkenis heef t. M. von Jacobi en ik hebben de plant herhaaldelijk aanschouwd, nadat wij geen gelijke plant hebben gezien, noch in Kew, noch bij M. Saunders, noch in Frankrijk, België en Berlijn. Zijn wij akkoord dat deze soort deel uitmaakt van een nieuwe groep en gelet op zijn habitus overeenkomstig met de algemeen verbreide Bromeliacee hebben wij haar deze benaming gegeven. Zij vormt zelden uitlopers. De plant is versierd met groengele bladeren.
35. americana Het is bij vergissing dat deze 2 exemplaren geplaatst zijn in de groep van A. subcoriaceae, zij horen echter thuis in groep 2 van A. carnosae.
36. millerii Haw. Ik heb dit exemplaar ontvangen, in ruil van M. de Prof. Miquel van de Botanische Tuin van Utrecht. De plant was verwaarloosd, na twee jaar bloeide zij en heb ik meer dan 200 zaailingen verkregen waarvan er tientallen zijn verkocht. Zie nachtrag van Gen. Von Jacobi blz.33. 236a, 236b 236c 236d 236e = 10 exemplaren van A. horizontalis. Jacobi.
37. americana picta M. de Generaal van Jacobi, welke herhaaldelijk deze soort heef t gade geslaan, noemt deze plant een unicum. Op blz. 36 van zijn Nachtrag. Met zekerheid hebben wij ze nergens terug gevonden tijdens onze agaven-omzwervingen.
38. ornata Jacob syn. aan laetevirens marginata Ik heb ze ontvangen onder de naam van M.J. Verschaf felt, die zegt ze bekomen te hebben bij de verkoop van Van der Vinne.
39. saundersii Hook M. von Jacobi heef t deze plant beschreven en een naam gegeven in Overduin. Zie zijn laatste uitgave zweiter Nachtrag.
40. cyanea hort. cyanophylla Jacob Een koppel zeer mooie sierplanten.
41. ??????? Een zeer kenmerkende varieteit die bladeren heef t van een totaal andere vorm dan de andere A. attenuata Hook.
42. ellemeetiana Jacobi Het is in Parijs, dat men de welwillendheid heef t gehad mijn naam te geven aan deze Agave. Beschreven door de heren K.Koch en G.A. von Jacobi waarvan de exemplaren zeldzaam zijn, want zij geef t weinig uitlopers en omdat zij slechts gebloeid heef t bij W.Saunders in Raygate in de buurt van Londen die de bloei heef t getekend zie zijn geschrif t Refagium botanicum, Londen 1869 Vol. 3 deel 1 september 1869 pagina 163. Buiten dit exemplaar heb ik er slechts 1 gekend in Berlijn, 2 in Utrecht en 2 in België. Vervolgens gaat de lijst van observaties verder met Beschorneria's en Furcraea's die we hierbij niet afdrukken.


Literatuur:
Alsemgeest, W. (2002): Ervaringen met agaven incultuur (2). Succulenta 81(3), p.106.
Baker F. G. (1879): Succinto della Monografia delle Agave. (vertaald uit het engels door V.Ricasoli).
Firenze. (uit : Bull. Soc. Toscana Orticultura IV,1879).
Berger A. (1915): Die Agaven. Beiträge zu einer Monographie. Jena.
Breitung, A.J. (1968): The Agaves. The cactus and succulent journal 1968 Yearbook
Catalogue de la collection, assez complete des especes connues D’ Agaves Fourcroya’s et Beschorneria’s
et de quelques autres plantes appartenat a M.de Jonge van Ellemeet. Equi sera vendue aux
encheres, entre amateurs et horticulteurs , munis de ce catalogue a son chateau d “OVERDUIN , a Oostkapelle, lez Middelburg, province de la Zelande Royaume _des PayBas par devant M. Le Notaire
L.L. Woutersen residant a Middelbourg lundi le 22 Septembre 1873, a neuf heures de relevee.
Curtis Botanical Magazine.
Eggli, U. (2001): Sukkulentenlexikon Band 1.
Einkeimblattrige Pflanzen (Monocotyledonen). Stuttgart.
Garcia-Mendoza, A. (2002): Distribution of agave (Agavaceae) in Mexico. C.& S.J. (U.S.) 74 (4) :178.
Gentry, H. S. (1982): Agaves of Continental North America. Tucson.
Houten, J.M. van den - (1927): Vetplanten. Rotterdam.
Irish, M. & G. - (2000): Agaves, Yuccas and Related Plants, a Gardeners guide. Portland.
Jacobi G.A. von - (1865, 1867): Versuch zu einer systematischen Ordnung der Agaven. Hamburg.
Gart. Blumenzeitung 21 (10):457 en 23 (8):361-362.
Jacobsen, H.(1960): Handbook of Succulent Plants 3 vols. London.
Janse, J.A.(1977): Agave ellemeetiana Jac. Succulenta 56 (3): 69 -71.
Koch, K. (1871): in: Wochenschrif t Ver. zur Beförderung des Gartenbaues in den Konigl.
Preussischen Staaten für Gartnerei und Pflanzenkunde no 35.
Nagtglas, F. (1889): Levensbericht Jhr. Mr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet. Overdruk uit de Levensberichten
van de maatschappij van Nederlandsche letterkunde te Leiden 1888 -1889. Leiden.
Rijke, T. de - & Spee, B. (1996): Een agave met zijn wortels op Walcheren. Agave ellemeetiana. Zeeculenta
5 (okt.): p. 6-8.
Trelease. W. (1920): Contr. U.S. Nat. Herb. 23: 134.
Ullrich, B. (1991): Agavensystematik für das IOSLexicon (1. Vorschlag).
Ullrich, B. (1992): In Memoriam Elio Mengarelii. K.u.a.S 43 (7):156.
Ullrich, B. (1993): Agaven, Illustrationen blühender Exemplare bis 1800. Palmengarten Sonderhef t 21.
Westendorp - Frikkee, D., Horst.A.J.v.d., Jongepier.J.P. (1989): Tuinen en Landschappen van Zeeland. Alphen a/d Rijn.


Agave Websites
http://www.agavaceae.com
http://groups.msn.com/agaveweb/
http://public.fotki.com/maarten/
http://www.clubs.nVcommunity/default.asp?club--agaveData
http://groups.yahoo. com/group/agaveforum/


Met dank aan:
Irvana Richter, Duitsland; Gottfried Gutte, Duitsland; Jos Van Roosbroeck , België; Roy Mottram, Engeland; Maarten van Thiel, Theo van ‘t Walderveen, Bertus Spee, Tonnie de Rijke, Stef van Dort en Albert Hofman,
die mij met raad en daad hebben bijgestaan om bovenstaand speurwerk zo veel mogelijk te vervolmaken.

Stadhouderslaan 3,
3417 TT Montfoort


Back to article overview